• Status van onderzoek: 20% 20%

WAT IS EEN LIESBREUK?

Een liesbreuk is een uitstulping van het buikvlies waarin zich een darmlis kan bevinden. Dit ziet eruit als een bobbel in de lies. Een liesbreuk bij kinderen is een aangeboren aandoening en komt vaker voor bij kinderen die te vroeg geboren zijn. 

Het ontstaan van een liesbreuk houdt verband met de indaling van de zaadbal bij jongens, maar komt ook voor bij meisjes, zij het minder vaak. Bij de indaling van de zaadbal vanuit de buikholte is een plooi van het buikvlies betrokken, die als de vinger van een handschoen meeloopt met de zaadstreng. Deze uitstulping sluit (verkleeft) meestal vanzelf, maar kan open blijven.

Wanneer de uitstulping open blijft is de aanleg voor een liesbreuk aanwezig (de breukzak), waarin zich een darmlis of buikvet kan bevinden (de breukinhoud). Bij meisjes kan ook een eierstok in de breukzak zitten. Soms raakt de inhoud van de breuk beklemd. Uw kind ervaart dan pijn, en kan hierbij misselijk zijn en braken.

(Vervolg)onderzoek

De zwelling in de lies (de liesbreuk) wordt vaak groter als uw kind perst of huilt. Om de diagnose liesbreuk te bevestigen is lichamelijk onderzoek door de arts vaak voldoende. De arts kan dan op basis van de zwelling vaststellen dat het om een liesbreuk gaat.

Als de liesbreuk tijdens de afspraak in het ziekenhuis niet zichtbaar is, vraagt de arts u misschien om een foto van de liesbreuk te maken als deze wel zichtbaar is. Soms wordt er ook een echo van de liezen gemaakt. Daarop kunnen wij zien of er een breukzak aanwezig en of er bijvoorbeeld darm in de breukzak zit.

Opname

Als uw kind een liesbreuk heeft dan wordt uw kind kort opgenomen in het ziekenhuis voor de behandeling (zie ‘operatie’). De behandeling van een liesbreuk vindt meestal plaats in dagopname. Dit betekent dat uw kind op de dag van de operatie weer naar huis mag. Soms blijft uw kind een nacht ter observatie in het ziekenhuis.

In het Amsterdam UMC, locatie: AMC, kan de behandeling van gezonde kinderen (ouder dan 6 maanden) met een liesbreuk ook plaatsvinden volgens het traject: ‘in één dag van je liesbreuk af’. Binnen dit traject vinden het polikliniek bezoek én de operatie plaats op dezelfde dag, u hoeft dan maar één keer naar het ziekenhuis. Kijk het filmpje onderaan deze pagina of kijk op www.kinderliesbreuk.nl voor meer informatie over dit traject. Vraag uw arts of uw kind hiervoor in aanmerking komt.

Operatie

De opening in het lieskanaal zal niet vanzelf sluiten. Om schade aan bijvoorbeeld darmen die in de opening zitten, bloedvaatjes of de zaadstreng (bij jongens) te voorkomen, is een operatie noodzakelijk. Als de liesbreuk beklemd is of verdenking hierop bestaat, dan wordt uw kind met spoed geopereerd. 

Tijdens de operatie maakt de (kinder-)chirurg een kleine snee in de onderbuik of lies en wordt de uitstulping van het buikvlies (de breukzak) dichtgemaakt met een hechting. Ook kan de operatie plaats vinden door middel van een kijkoperatie via een klein sneetje onder de navel. Er hoeft geen versteviging van de buikwand met kunststof materiaal plaats te vinden. De operatie vindt over het algemeen plaats onder volledige narcose, waardoor uw kind hier niets van zal merken.

Na de operatie

Om de pijn na de operatie te verzachten, geeft de anesthesioloog vaak al tijdens de narcose pijnstilling via een prikje laag in de bilnaad of via een ruggenprik. Als dit is uitgewerkt, krijgt uw kind tabletten/zetpillen tegen te pijn. De pijn valt overigens erg mee. 

Er hoeven na de operatie geen hechtingen te worden verwijderd, omdat deze aan de binnenkant van de huid zitten. De gaasjes op de wondjes vallen er vanzelf af, meestal na 5-7 dagen. Tot die tijd graag de wond droog houden. Uw kind kan al heel snel alle activiteiten hervatten en hoeft zich niet te ontzien. Er zijn geen beperkingen wat sporten of fietsen betreft. Als het wondje is genezen mag uw kind ook weer zwemmen.

Complicaties

Bij iedere operatie kunnen er complicaties optreden, maar deze komen gelukkig niet vaak voor. Complicaties die kunnen optreden zijn o.a. een ontsteking van de wond, een nabloeding, schade aan de bloedvoorziening naar de zaadbal en een recidief. De kans op een liesbreuk aan de andere kant bedraagt ongeveer 8-12%, in dat geval zal een tweede operatie nodig zijn.